Depthsounder Transducer placement       Plaatsen van een echolood-transducer 

 

2023 03 08 Sounder Transducer Placement
PDF – 315,0 KB

English version in pdf (2 pages)

Het plaatsen van een echolood-transducer                                            2023 07 27                             

Transducer in de voorvoet

Bij het bepalen van de plaats voor een echolood transducer, is men snel geneigd een plek in de voorvoet van het schip te kiezen. Je bent er dan snel bij wanneer de waterdiepte afneemt.

Zo was het ook uitgevoerd bij de motorboot die we kochten 

Nadeel van de voorvoet bij een motorboot

Bij het aanlopen van ondieper water, om te ankeren, werd de dieptemeting bij onze motorboot onbetrouwbaar bij een kleinere waterdiepte dan 1.5 m. Het probleem wat hierbij speelt is het minimale meetbereik van een echolood.

Bij de echoloden die wij in de praktijk gebruikt hebben, wordt de uitlezing onbetrouwbaar bij een transducer afstand van minder dan 80 cm tot de bodem. In bovenstaand geval zat de transducer slechts 30 cm boven het kielvlak zodat we de laatste 50 cm voor het eventuele vastlopen geen betrouwbare diepte informatie meer kregen.

Bij de zeiljachten, die we hiervoor hadden, was deze plaats geen probleem. Ze hadden een vaste kiel en door hun grotere diepgang was er altijd een afstand van meer dan 80 cm vanaf de transducer tot bodem. De aflezing van het echolood bleef daarbij dus betrouwbaar tot en met het eventueel aan de grond lopen.

Een beter alternatief voor ondiep stekende schepen

(fotos: Navman transducer t.b.v. het Raymarine echolood)

Na plaatsing van een transducer bij ons in de machinekamer, op 30 cm onder water, blijft het echolood bruikbaar tot een waterdiepte van 1.10 m. Ofwel tot 9 cm voor/boven het vastlopen van het diepste punt (de hak van het roer). Iets hoger was wat mooier geweest maar omdat je een meter vrij moet blijven van de propellor, wilde ik niet verder naar het achterschip gaan.

 

Aanbeveling

Alvorens een transducer te plaatsen is het verstandig eerst na te gaan tot hoe ondiep het echolood nog een correcte afstand tot de bodem aangeeft. Plaats daarna de transducer bij voorkeur minimaal de gevonden afstand boven het kielvlak. Je kunt dan het schip tot aan de grond varen met betrouwbare dieptemeter informatie.

 

De circa 70 cm blinde afstanden van onze Raymarine- en Clipper echolood zijn proefondervindelijk bepaald met een vaarboom en een transducer aan een pikhaak. Het zijn geen fabrieksopgaven.

Voor een Seafarer Mk 8 echolood kwam ik wèl een fabrieksopgave tegen (range 0.8 - 100 m).

 

Transducerkabel tip

Houd de kabel van een transducer wat "losjes" bijvoorbeeld in een eigen pijp en sjor hem niet te strak vast. Het indeuken van de isolatie tussen signaaldraad en de afscherming, maar ook knikken in te scherpe bochten, kan de prestaties verminderen. (Hetzelfde geldt voor antennekabels)

 

Wat achtergrond over het meten van waterdieptes

Een echolood zend een korte puls naar de bodem en meet de tijdsduur van het heen- en teruggaan ervan. Uit de gemeten tijdsduur kan de diepte berekend worden:

Bij een geluidsnelheid onder water van 1480 m/s is de diepte in meters: 1480 x tijdsduur / 2

 

De maximaal meetbare diepte zal onder andere afhangen van het vermogen van de puls, de hardheid van de bodem maar ook van de beschikbare tijd tot de volgende puls gezonden wordt.

Een Nasa Clipper echolood zendt bijvoorbeeld 7 x per seconde een puls naar de bodem. Een puls kan in de beschikbare tijd van 1/7 seconde een afstand van 211 meter afleggen. De maximaal meetbare diepte zal daarom niet meer dan 105 meter bedragen.

(Vroeger, in de tijd vóór de jachtradar en GPS, speelden deze grote diepe metingen voor ons een belangrijke rol bij het aanlopen van kusten of het volgen van een bepaalde dieptelijn bij slecht zicht.)

 

Bij de minimum meetbare diepte speelt de pulslengte en een eventuele black-out tijd tijdens het zenden (waarin niet ontvangen kan worden), mogelijk mee. Ik kan niet nagaan hoe de diverse echoloden precies meten, maar als idee hierbij: Bij een pulsduur van 300 µs (0.0003 s) is een puls zelf al 44 cm lang.

Bij een zelf gebouwde mobiele diepterecorder voor een dinghy (speciaal afgeregeld voor kliene dieptes) heb ik ondieper kunnen meten dan de eerder genoemde echoloden en kwam ik tot een minimum diepte van 45 cm.

De gebruikte meetwijze hierbij is uitgelegd in het betreffende verslag in de afdeling "Elektronics & data", "Mobile Depthsounder for survey".

 

Fisfinders and CHIRP

Een alternatief voor de traditionele sonar is het gebruik van CHIRP technologie waarbij niet van een vaste frequentie gebruik wordt gemaakt maar waarbij de frequencies schuiven binnen een bepaald gebied, bijvoorbeeld rond de 200, 400 of 800kHz Deze techniek wordt veelal toegepast bij Fishfinders.en men kan vaak op kortere afstand van de transducer nog meten. De hoge frequenties geven een beter onderscheidingsvermogen (maar een korter bereik) en bodem (en baggerlager) zijn op een scherm waar te nemen. Er worden vaak transducers meegeleverd die praktisch op het wateroppervlak aan de spiegel gemonteerd kunnen worden. De fabrikanten hebben hier duidelijke informatie over op hun websites.

 

Jeroen Droogh                                                                            bootprojecten@gmail.com